
Quinn wil naar Pip toe. Want Pip, die is dáár.
Ergens bij de anderen.
Maar waar precies, waar?

Quinn wil naar Pip toe. Want Pip, die is dáár.
Ergens bij de anderen.
Maar waar precies, waar?

‘Is 3 te veel? Lees verder

‘Wat doet Olifantje Obi? Eh… niet zoveel.
Ze schopt eens in het zand. Ze kijkt een keertje scheel.
Maar dan klinkt er van verderop in de groep getrompetter, geschetter, getetter, geroep.’

Bootje
Als je nu niet stopt
met zeuren aan mijn kop
pak ik mijn bootje
pleur het in het slootje
en peddel zonder om te kijken
helemaal naar zee!
En als je zegt:
Dat haal je nooit,
je bent pas tien
zeg ik: O, nee?
Dat zullen we
nog wel eens zien…

‘Baduk, wakker worden!’
‘Ik wil niet,’ kreunt de kleine tapir en hij draait zijn billen naar mama toe.
‘Kom op, slaapslurf!,’ lacht mama.
‘Etenstijd!’
‘Maar ik lig nog zo lekker,’ klaagt Baduk.’

‘Leo opent een grote doos op wieltjes. Hij haalt dingen uit zijn kast en stopt ze in de grote doos. Leo is druk in de weer. Ik ben ook druk in de weer. Ik snuffel aan elk ding in de doos. En ik zorg ervoor dat alles vol kattenhaar hangt. Dat is veel werk.’

‘Wat zou er achter die deur zitten?
Voorzichtig voelt Nul aan de deur.
Hij is niet op slot. Piepend en
krakend gaat hij een stukje open.’

‘Op een bepaald moment in de geschiedenis zijn katten mensen gaan houden.
Huh? Hoort dat niet andersom?
Mensen vangen dieren, stoppen ze in hokken of stallen en richten ze af tot ze precies doen wat zij willen. Zo gaat het toch altijd?
Niet bij de kat. Iedereen die katten een beetje kent, weet dat je hen alleen iets kunt leren als ze het zelf ook willen. Een kat gaat haar eigen gang.’

‘Waarom eet je geen taart?’
‘Ik zeg toch dat ik ermee bezig ben,’ antwoordt Hannah weer, haar ogen strak op de gasten aan tafel, haar lach weggesmolten.
‘De taart is echt verrukkelijk, papa heeft…’
Hannah slaat met vlakke handen op tafel. Alle borden en glazen kletteren onder de schok.
‘Ik wil geen taart, oké, Fien?’
Hannahs ogen boren zich diep in die van Fien.
