
‘ Levi struikelt steeds over de bal, alsof hij nog nooit heeft gevoetbald. En Omar heeft niets van blauw in zijn kleren. Wat raar, denkt Daan. Ze hebben toch mijn vriendjestest gevolgd?’
Daan wil een vriendje dat precies bij hem past. Dat vriendje moet net als hij van chocolade-ijs houden, blauw als lievelingskleur hebben en gek zijn op voetbal. Daan zet een heuse speurtocht uit in de buurt zodat alleen het perfecte vriendje zal overblijven. Maar moet je wel helemaal hetzelfde zijn om vrienden te worden? En waarom heeft Daans zusje ook een krijtje vast?
In drie woorden
Samenspelen, relaties, vrienden maken
In meer woorden
Op een saaie dag ziet Daan dat zijn moeder een test in een tijdschrift invult. Ze kan steeds uit drie dingen kiezen die iets over haar persoonlijkheid blootgeven. Zo omcirkelt ze als ze moet kiezen uit kat, hond of vogel het woordje hond want dat vindt ze het leukste dier. Het brengt Daan op een idee, hij wil zelf zo’n test gaan maken en snelt naar buiten om direct te beginnen. Nadat hij ongevraagd het stoepkrijt van zijn zus heeft gepakt zet hij een speurtocht als vriendjestest uit. Om te beginnen tekent hij drie soorten ijs, te weten, chocolade-, citroen- en aardbeienijs. Chocolade ijs is volgens hem het lekkerst dus iedereen die dat ook vindt volgt de pijl naar de volgende opdracht. Nu gaat het om het kiezen van je lievelingskleur en daarna mag je, mits je blauw gekozen hebt, door naar de laatste vraag: wat is je lievelingssport? Daan tekent een pijl vanaf het woordje voetbal en loopt snel door naar het voetbalveld waar hij zijn nieuwe vrienden, die door de test gekomen zijn zal opwachten. Hij kan niet wachten tot de gelijkgezinden er aankomen om samen met hem een potje te voetballen. En ja hoor, na enige tijd komen er inderdaad twee jongens aan die best met hem willen voetballen.
Het is super gezellig maar wel vindt Daan het een beetje vreemd dat Levi steeds over de bal struikelt en dat Omar niks van blauw in zijn kleding heeft. Hebben ze de test wel eerlijk gedaan en goed afgerond? Hoe kan dit? Levi bakt er niks van tijdens het voetballen en Omar lijkt niet verzot te zijn op blauw! Hmm, hier klopt iets niet. En als de twee kersverse vrienden even later een andere smaak ijs bestellen dan chocola weet Daan het zeker: hij is er ingetuind, deze vrienden zijn heel anders dan hij! Maar waarom hebben ze dan zo fijn met elkaar gespeeld? Hoe kan dat?
Een verhaal met een duidelijke boodschap: om vrienden te zijn hoef je niet dezelfde dingen leuk te vinden. En daarmee past het perfect bij de lessen van Vreedzame school Blok 6: ‘We zijn allemaal anders.’ In deze lessenreeks leren de kinderen dat iedereen anders is en mag zijn, en dat onderlinge verschillen het samen spelen en werken leuker en interessanter kunnen maken. In ‘De vriendjestest’ komt ook nog eens naar voren dat je soms een beetje inlevert om een ander een plezier te doen. En dat dat bijdraagt aan een fijne sfeer tijdens het spelen. Alles wordt weergegeven in grote, vrolijke platen die dikwijls een dubbele pagina beslaan. Het is echt een boek waar je blij van wordt.
Dit grappige verhaal over hoe verschillen een vriendschap juist leuk kunnen maken is voor alle speelkameraardjes vanaf 4 jaar!