‘In mijn verhalen spelen alleen dieren mee… Maar vergis je niet: ze lijken precies op jullie.’
In dit boek staan fabels. Ze zijn leerzaam, verheffend en – gelukkig maar – een tikkeltje bizar. Ik, Gustaaf de raaf, heb ze geschreven. Een raaf die kan schrijven, wat raar, hoor ik je zeggen? Wat dacht je dan van een anemoon die optelsommen maakt, een dromedaris die een neus voor zaken heeft en een slak die dol is op snelle motoren? Begin maar te lezen, je zult wel zien….
In drie woorden
leerzaam, humor, dieren
In meer woorden
In dit boek vind je tien rare dieren die de hoofdrol spelen in even zoveel fabels. In het voorwoord lezen we dat Gustaaf de raaf deze verhalen, die hij overal heeft opgepikt, aan ons doorvertelt. Natuurlijk eindigt elke fabel met een moraal en Gustaaf de raaf wil dat we goed nadenken over elke moraal-van-het-verhaal, omdat ze vaak diepzinniger zijn dan ze op het eerste gezicht lijken.
De fabels zijn leuk om voor te lezen, maar ook om zelf te lezen. De fabels zijn geschreven vol humor en gevatheid en op elke pagina staan illustraties in aardetinten die perfect bij het verhaal passen. Ga genieten van het verhaal van Monica de mossel die perfect haar naam zou kunnen schrijven als ze maar een potlood zou kunnen vasthouden, of van Edgar de egel die ervan droomt om deel te nemen aan de Olympische Spelen, maar hoe doe je dat als je niet sportief bent. Of van Bob de Boa die leert schaatsen maar valt en verliefd wordt op adder Esther, want reptielen zijn dan wel koudbloedig maar ook heel warmhartig. Schaatsen is niets voor slangen of adders, maar samen zijn ze heel goed in sleeën! En zo vertelt Gustaaf de raaf nog veel meer wonderlijke dierenfabels met een twist.
De levenslessen aan het einde van de fabels zijn niet voor de hand liggend en ook een tikkeltje absurd.
Lies Lavrijsen vertaalde dit boek vanuit het Frans.
Voor dierenliefhebbers vanaf een jaar of 8 die houden van originele en bizarre verhalen.