
‘Terwijl ze zich over haar werk boog, duwde ze haar vuisten in haar buik. Het kon nog misgaan. Het kon nog goedkomen.’
‘Nu heb ik een Joods zusje,’ zegt Rivka en ze lacht naar me. Mijn lippen krullen zich. Het is een grap, maar ondertussen heeft Rivka het maar mooi gezegd. Een Joods zusje. Dat is méér dan vriendinnen.
Haarlem, 1961. In het jaar dat het Eichmann-proces loopt, moet de zestienjarige Ditte een schoolopdracht maken over de Tweede Wereldoorlog. Ze wordt gekoppeld aan een nieuw meisje in de klas, Rivka. Maar Ditte weet vrijwel niets over het oorlogsverleden van haar moeder, Nora. Ze weet zelfs niet wie haar biologische vader was. Wanneer Ditte op onderzoek uitgaat, ontdekt ze de onthutsende waarheid achter haar moeders stilzwijgen.
1943. De zestienjarige Nora wil léven: de liefde, dansen, gelukkig zijn. Maar door de Duitse bezetting komt haar wereld tot stilstand. Tijdens een verzetsklusje ontmoet ze een jongen op wie ze niet verliefd wil worden, maar het blijkt onontkoombaar. Deze liefde verandert haar leven – en dat van Ditte – voorgoed.
Wilma Geldof schreef een indrukwekkende roman over familie, liefde en uitsluiting, en de moed die nodig is om het verleden onder ogen te zien. Eerder is haar werk bekroond met de Thea Beckmanprijs en de Duitse Gustav-Heinemann-Friedenspreis.
In drie woorden
Tweede Wereldoorlog, beeldvorming, liefde
In meer woorden
“Je zou toch denken van goh, als je hem zou kunnen afsluiten met een mooi Joods verhaal, dan heb je wel een heel mooi drieluik.” We horen bekroond schrijfster Wilma Geldof dit zeggen in de Grote Vriendelijke Podcast in november 2018, waarin ze een gesprek heeft over haar boek Het meisje met de vlechtjes. In dat boek staat het verzet centraal, waarbij ze eerder ook al schreef over een NSB-gezin in haar boek Elke dag een druppel gif. Haar nieuwste boek pakt weer een andere invalshoek, met daarin een belangrijk Joods aspect. Past Het meisje dat er niet mag zijn in dit drieluik? Wat mij betreft wel.
Het is een intrigerende titel voor een aangrijpend verhaal. Een verhaal over Ditte en Nora, een dochter en haar moeder. Beiden 16 jaar oud als we hun persoonlijke verhaal lezen. In Elke dag een druppel gif speelt Geldof met de tijd, iets wat ze herhaalt in dit boek. Het verleden beïnvloedt het heden. Dit zien we terug op de cover, die juist nog meer gaat leven na het lezen van het boek. Na het proloog – met een eerste indrukwekkende herinnering van een kleine Ditte uit 1949 waarin ze merkt dat ze anders behandeld wordt – wordt het boek opgedeeld in zes delen tot aan het epiloog. Ieder deel begint met Ditte, gevolgd door de ervaringen van haar moeder Nora ten tijde van de Tweede Wereldoorlog. Het verhaal van Ditte ontvouwt zich in zes maanden tijd, aangewakkerd door een schoolopdracht van Goedemans, haar leerkracht. Ze ontmoet Rivka, een nieuw meisje in haar klas, dat ongedacht haar beste vriendin wordt. Of sterker nog: haar Joodse zusje. Door Rivka wordt het verhaal ook een Joods verhaal. Dat dit een belangrijk gegeven is, vormt zich stilaan gedurende het boek. Door de schoolopdracht duiken beide meisjes hun geschiedenis in. Een geschiedenis die Ditte niet kent, omdat haar moeder Nora dit verzwijgt. In de delen die over Nora gaan, ontdek je geleidelijk waarom, waardoor je het boek nauwelijks weg kunt leggen. Rivka en haar familiegeschiedenis zou je kunnen vergelijken met ons geweten, met wat wij met terugwerkende kracht weten over de verschrikkingen van de oorlog. Doordat je als lezer die geschiedenis kent, komen enkele keuzes en gebeurtenissen sterker binnen. Keuzes die destijds gemaakt werden zonder de kennis die wij nu wel bezitten.
Intrigerend in het boek is dan ook hoe Geldof beide meisjes weifelend door hun leven laat stappen. De vastberadenheid van beiden om iets aan te geven, te zeggen of te vragen in hun unieke situatie, verandert op den duur steeds in een stilzwijgen door hun gedachtegang en uitstelgedrag.
“Daarna denderde ze de trap af en trok in het halletje haar jas aan. Daar wachtte ze. En wachtte. Ze ademde zwaar. Kom nou ma, dacht ze. Kom naar me toe! Toen ma niet kwam, duwde ze haar hand tegen haar mond om haar tranen tegen te houden en sloop de voordeur uit.”
Het is door Rivka dat Ditte in beweging komt; daar waar de situatie van Nora haar wel in beweging móét brengen. Je voelt je tijdens het lezen één worden met beide meisjes en begrijpt steeds meer waarom Nora zich zo in een stilzwijgen verhult richting haar dochter. Maar hoe stiller ze blijft, hoe luider het verleden zich laat horen.
De quote waar deze tip mee begint typeert op een indringende manier de situatie van Nora tijdens het door Duitsland bezette Nederland in de jaren 40. Maar ook de zinnen van Ditte typeren haar weifeling goed in de jaren na de oorlog: “Ik heb het gezegd. Het is werkelijkheid. Ik kan het niet meer ongezegd maken. Ik heb alles definitief kapotgemaakt.” Wat ze gezegd heeft en waarom, is iets om zelf achter te komen. In het boek is ook een Duitse woordenlijst opgenomen, met Duitse zinnen die daar vertaald worden. In het boek lukt het Geldof goed om op een natuurlijke manier de taal van de bezetter te vertalen, maar omdat dit niet overal kan, staan achterin de overige zinnen. Door het gebruik van Duits, voel je nog sterker de sfeer van die tijd.
Ich bin jung und du bist jung. Und vor uns liegt die Welt. Man erreicht ja alles leicht. – Ik ben jong en jij bent jong. En de wereld ligt voor ons. Je kunt alles gemakkelijk bereiken. Als je bij elkaar blijft.
Tijdens het lezen van het boek komen ook de woorden van ALMA-winnaar Bart Moeyaert in mij naar boven, die in juni 2019 in de Grote Vriendelijke Podcast vurig sprak over grijstinten bij moeilijke onderwerpen: ‘Het is juist hypermoedig om die verschillende tinten grijs aan te kaarten om u te doen nadenken, dat is iets anders dan wit en zwart.’ Iets waar Geldof zelf eerder ook kort iets over zei tijdens haar bezoek aan dezelfde podcast. Over haar vorige boek zei ze iets treffends, wat ook op dit boek van toepassing is: “Het is een oorlogsboek, maar het gaat mij er in de eerste plaats om over wat er in een mens – en tussen mensen – gebeurt.”
In de geschiedenislessen over de Tweede Wereldoorlog leren we veel over de agressor, de bezetter, de slachtoffers, het verzet. We leren feitjes, data en over belangrijke gebeurtenissen. Maar zelden gaat het in die lessen over het dagelijkse leven, over de emoties die mensen voelen en de keuzes die daardoor worden gemaakt. Over hoe een klein moment grote gevolgen kan hebben, puur door mens te zijn. Geldof is moedig door in dit boek de grijstinten te beschrijven binnen het kader van familie, liefde en uitsluiting. Je voelt de haat en de schaamte van anderen over gemaakte keuzes. De oorlog had in Nederland waarschijnlijk vele tinten, maar na de bevrijding werd wellicht zwart-wit gedacht. In verzetshelden en landverraders. Misschien terecht, maar de aangestipte grijstinten in dit boek zetten zeker aan tot nadenken. Dit indrukwekkende verhaal verdient daarom meer lezers dan alleen de young adults. Iedere volwassene die geïnteresseerd is in de oorlog of die kinderen onderwijst over dit onderwerp, zou dit boek tot zich moeten nemen. Om te voelen hoe het is om mens te zijn in een moeilijke tijd, zonder al de kennis over die periode die wij nu hebben. Welke (morele) keuzes zouden wij dan maken? Misschien wel dezelfde als Nora. Wie zal het zeggen? En hoe zouden wij ons dan verhouden tot onze kinderen? In mijn ogen past het boek daarom ook goed bij de taak van het onderwijs om leerlingen op te leiden tot (zelf)kritische burgers.
Het meisje dat er niet mocht zijn is een boek met een verhaal dat er wél mag zijn. Voor lezers vanaf de middelbare school tot aan pensionado’s. De oorlog raakt iedereen, dit boek ook.