Het pungelhuis

“Bleek ik toch al die jaren een opa te hebben. Eentje. Maar daar kwam ik pas achter op de dag dat hij doodging.”

Waarom heeft niemand Ole ooit verteld dat hij nog een opa had? En waarom krijgt hij nu alleen maar te horen dat het een vreselijke man was? Voor Ole komt het verleden tot leven als hij met zijn vader terugkeert naar opa’s huis in de bossen van Brabant, vlak bij de grens met België. Daar woedde in de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw een hevige strijd tussen botersmokkelaars en commiezen. Langzaam maar zeker ontdekt Ole waarom zijn vader nooit over zijn opa wilde praten.

In drie woorden

Meeslepend, familiegeheim, grappig

In meer woorden

Ole woont samen met zijn vader en moeder in Utrecht. Zover hij weet heeft hij geen opa’s en oma’s, omdat zijn ouders hem op wat oudere leeftijd hebben gekregen. Hij heeft wel een oom, oom Arie. Oom Arie is een jaar ouder dan zijn vader, maar geestelijk is hij blijven steken bij een jaar of zeven.

Op een dag krijgt de vader van Ole een telefoontje van de notaris. Zijn vader is overleden. Ole wist niet eens dat hij nog een opa had! Het blijkt dat zijn vader dat bewust heeft verzwegen. Wat er vroeger is voorgevallen, blijft lange tijd onduidelijk, want zijn vader wil niks vertellen over zijn vader. Omdat zijn vader met het aanvaarden van de erfenis er ook een flinke schuld bij heeft gekregen, besluiten ze tijdelijk naar het huis van opa te verhuizen in de bossen van Orpel, vlakbij de grens met België. Op het moment dat ze verhuizen, vertrekt de moeder van Ole naar Thailand voor een retraite. De bedoeling is dat ze er tijdelijk gaan wonen, tot het verkocht is. Het huis van opa, is overwoekerd met wilde wingerd, heeft geen douche, een buitentoilet, een lek dak en geen centrale verwarming. Met wat hulp weten ze het huis provisorisch op te knappen en na de zomer gaat Ole in het dorp naar de middelbare school. Al snel sluit hij vriendschap met Anastazja, een Pools meisje. Samen ontdekken ze in de oude kelder van opa een stuk ijzer met punten eraan. Na een bezoek aan het dorpsmuseum komen ze erachter dat het een kraaienpoot is, die smokkelaars met honderden tegelijk op de weg gooiden om de douane af te schrikken. De opa van Ole was blijkbaar in de jaren 50 en 60 een botersmokkelaar. Hij smokkelde roomboter de grens met België over. Langzaamaan leert Ole zijn opa beter kennen en begrijpt hij waarom hij en zijn vader geen contact meer hadden. En het lang bewaarde geheim van zijn vader komt uit…

Het boek is vlot geschreven, met goede dialogen en levendige personages. Er zit veel humor in het verhaal. Wees gewaarschuwd, als je eenmaal begint met lezen, kan je niet meer stoppen!

Voor alle kinderen die het leuk vinden om een goed verhaal te lezen en tegelijkertijd iets over de geschiedenis te leren.

the gravatar profile photo

Blog auteur Dieke Grootscholten

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *