
‘Pap, ik ben een kermiskind dat veel liever achter de kassa zit of in de poffertjestent werkt. Maar niet op het toneel.’
Rosa reist samen met haar familie het land door om op kermissen in theatervoorstellingen te spelen. Maar eigenlijk vindt Rosa toneelspelen verschrikkelijk. Als kleuter moest ze al meedoen en stond ze te huilen op het podium. Nu ze ouder is, speelt ze braaf haar rolletjes, maar ze zou liever bij de draaimolen helpen of achter de kassa zitten. Gelukkig heeft Rosa Teunis, de jongen die de sterren van de hemel speelt in hun toneelstukken, vooral in de vrouwenrollen. Met hem sluit ze een dierbare vriendschap en ze komt erachter dat hij een groot geheim heeft.
Wanneer Rosa’s vader door een ongeluk in het ziekenhuis belandt, krijgt haar bazige oom Gerrit het voor het zeggen. Opeens moet van hem alles anders. Rosa komt in verzet, samen met Teunis. Daardoor komt ze erachter wat zij zelf écht belangrijk vindt. Want speelt ze toneel omdat haar vader het wil, of zit het theaterleven toch echt meer in haar hart en ziel dan ze eigenlijk denkt?
In drie woorden
Sfeervol, aangrijpend en realistisch
In meer woorden
We gaan terug in de tijd. Om precies te zijn naar het jaar 1925. In die tijd had je op de kermis vaak theatervoorstellingen. Rosa en haar familie reizen het land door om hun theatervoorstellingen te spelen op de kermis. Ze spelen twee verschillende voorstellingen waarin de hele familie rollen speelt. Rosa vindt het vreselijk om op het toneel te staan. Ze verkoopt veel liever kaartjes of poffertjes. Maar hoe maak je dat bespreekbaar met iemand waarbij het theaterleven door de aderen stroomt?
Teunis werkt bij de familie van Rosa. Hij speelt de rol van Freule Friemel, een vrouw in een paarse jurk met linten, strikken en glitters. Het gezicht is wit gepoederd met knalrode lippen. Hij kan deze rol als de beste spelen. Gedurende het verhaal groeien Rosa en Teunis steeds dichter naar elkaar. Er ontstaat een hechte vriendschap. Op een dag ontdekt Rosa zelfs een groot geheim van Teunis.
Wanneer de vader van Rosa een ongeluk krijgt, voelt Rosa zich enorm schuldig. Want wat als zij niet had gezegd dat ze niet meer wil spelen? Lag haar vader dan nu niet in het ziekenhuis? En nu haar oom Gerrit het voor het zeggen heeft in het theatergezelschap, wordt alles opeens heel anders. Wil ze dat wel? En wat vind zij zelf eigenlijk belangrijk?
Jacques Vriens geeft met ‘Kermiskind’ een heel realistisch beeld van de kermis zo’n 100 jaar geleden. Het verhaal is sfeervol en leest vlot. Er gebeurt van alles waardoor het geen minuut saai is. Je voelt de innerlijke strijd van Rosa. Jacques Vriens heeft voor een verscheidenheid aan karakters gezorgd. Je leert vooral Rosa en Teunis erg goed kennen, maar ook oom Gerrit en de rol van oma laat hij goed tot z’n recht komen. De karakters passen ondanks hun verschillen goed bij elkaar en zorgen voor de nodige spanning in het verhaal. Ondanks dat het verhaal zich in 1925 afspeelt, kun je veel dingen van vandaag de dag herkennen in het verhaal. Hierdoor is het ook herkenbaar en goed te volgen voor kinderen en jongeren van nu.
Een origineel en aangrijpend verhaal over het vinden van je eigen identiteit en ontdekken waar jij gelukkig van wordt. Geschikt voor kinderen vanaf 10 jaar.