
‘Het gaat goed met de familie van Jansje. Maar dat betekent niet dat ze een makkelijk leventje hebben. Het is hard werken en Jansje werkt even hard mee. Alleen rijke of adellijke kinderen gaan in die tijd naar school. Zoals Gijsbrecht toen hij nog jong was.’
Hoe zou jouw leven eruit hebben gezien als je in het Amsterdam van vroeger had gewoond? Zou je dan net als de kinderen van toen bier drinken? Zou je naar school gaan? Zou je werken voor je geld of op straat zwerven? Of zou je moeten onderduiken, omdat ze je willen oppakken? Waarom dronken kinderen toen eigenlijk bier? Waarom moesten ze bedelen? En waarom werden sommige kinderen opgepakt en door wie? Dat lees je in dit boek. Want dit boek gaat over kinderen die echt bestaan hebben, kinderen als Gijsbrecht, Titus, Netje en Anne. Kinderen van heel lang geleden en kinderen van kortgeleden. Je leest over de avonturen die ze beleefden, en in de strips zie je hoe ze woonden en hoe Amsterdam er toen uitzag.
Jan Paul Schutten won de Gouden Griffel voor dit inmiddels klassieke kinderboek; ‘Omdat het origineel is en grappig en krachtig en rijk, en omdat het heerlijk leest.’
In drie woorden
Klassieker, Amsterdamse kinderen, tijdlijn
In meer woorden
Als je geïnteresseerd bent in de geschiedenis van Amsterdam en de rol die kinderen daarin gespeeld hebben, is dit hét boek dat je moet lezen. Want het beschrijft de geschiedenis van onze hoofdstad vanaf 1170 t/m 1943, en bestrijkt daarmee een behoorlijk lange tijdlijn. Je leest hoe Amsterdam uitgroeit van een paar huisjes op een eenvoudige terp tot een belangrijke handelsstad. De auteur beschrijft hoe het leven van een aantal kinderen in vroeger tijden eruit zag. Zo krijg je vanuit het gezichtspunt van het betreffende kind een idee hoe het er in Amsterdam dagelijks aan toeging. Het wordt in chronologische volgorde verteld, dus je ervaart ook hoe de levensomstandigheden door de eeuwen heen steeds beter werden.

Interessante weetjes over de stad passeren de revue. Zoals bijvoorbeeld hoe de grachten aan hun naam komen, dat het Waterlooplein eerder een drooggevallen vuilstortplaats was en dat de urine van jonge jongens werd gebruikt om leer soepel te maken. Dit laatste verklaart wel waarom Hermanus niet stond te springen om net als zijn vader huidenmaker te worden. De stankoverlast in het Amsterdam van vroeger was sowieso ondraaglijk en dat kwam niet alleen door de leerlooierij van Hermanus’ vader.
Maar terug naar de verhalen over de Amsterdamse kinderen. Je vraagt je wellicht af hoe we zoveel weten over hun leven. Dat is te danken aan de dagboeken die een aantal van hen geschreven hebben, waarvan dat van Anne Frank natuurlijk het bekendst is. Naast de dagboeken zijn er nog veel meer oude documenten bewaard gebleven en uiteraard vertellen vondsten van archeologen ons ook heel veel over het verleden.

Het boek bestaat uit 9 hoofdstukken, elk hoofdstuk wordt ingeleid met een kort stripverhaal dat treffend is voor de periode waarover je gaat lezen. De tekst die daarna komt is tweeledig. Het bovenste gedeelte van de pagina vertelt het verhaal, daaronder krijg je, in een iets kleiner lettertype feiten en weetjes onder ogen. Tussendoor wordt het geheel opgesierd met zwartwit plaatjes die vrij klein, doch treffend zijn en aanvullend op wat je gelezen hebt.

Samenvattend kunnen we stellen dat dit in 2008 met Gouden Griffel bekroonde boek, een heus document is over de geschiedenis van onze hoofdstad. In dat kader past het heel goed bij de viering van het 750 jarig bestaan van Amsterdam dat dit jaar (2025) gevierd wordt. Het is toegankelijk, leest vlot en bevat een schat aan informatie. Echt een aanrader voor kinderen vanaf een jaar of 10!

