
‘Kijk. Dit is Jip.‘
Jip heeft een opdracht van school voor de meivakantie: teken een zelfportret. Dat zou simpel moeten zijn voor iemand die zo goed kan tekenen. Toch blijven Jips gedachten maar afdwalen. Naar de nieuwe jongen in de klas, naar meikevers en vuurvliegjes, naar het feest komende vrijdag, en vooral naar de jongen die Jips wereld voor eens en voor altijd veranderde: Oever.
In drie woorden
Genderdiversiteit, puberteit, zelfontdekking
In meer woorden
Zaterdag 12 april mocht Ludwig Volbeda de Woutertje Pieterseprijs in ontvangst nemen voor zijn schrijfdebuut: Oever. We kenden de naam Ludwig Volbeda wel al als illustrator van onder andere ‘Hle verhalen voor een halve soldaat’ (ook al bekroond met de Woutertje Pieterseprijs. Met zijn illustraties won hij al tweemaal een Gouden Penseel. Deze man lijkt dus te zijn geboren voor eremetaal. Maar voorgaande zin klopt niet. En dat maakt het boek nóg interessanter. Ludwig Volbeda ziet zichzelf absoluut niet als genderactivist en wil zijn eigen genderdiversiteit niet aangrijpen om de aandacht op zichzelf te vestigen, maar 34 jaar geleden is door de dokter bepaald dat Ludwig een meisje was. Later is Ludwig in transitie gegaan. In werkelijkheid bevindt de schrijver van Oever zich ergens tussen deze twee (toch niet echt) uitersten.

Deze wetenschap maakt het boek nóg veel mooier. Het is opgebouwd uit prachtige kleine zinnen, die op zichzelf al gedichtjes zijn. Zinnen die je 2 keer wil lezen, om ze in te laten werken. En dat is nodig. Want tussen de uitgeschreven gedachten van de 14-jarige Jip en de kunstige zinsopbouw door, speelt een veel groter verhaal af. Jip moet een zelfportret maken. Jip kan fantastisch tekenen, dat is het probleem niet. Maar wat teken je, als je niet weet wat je zelf bent?

Het verhaal is geweldig opgebouwd. De feitelijke gebeurtenissen zijn niet zo spannend; Jip gaat op bezoek bij Oma, krijgt huisarrest en hangt buiten wat rond. Maar wat er in die week meivakantie afspeelt in het hoofd van Jip, komt keihard binnen. ‘Jip? is dat eigenlijk een jongens- of een meisjesnaam?’ Als lezer kom je daar pas veel later achter. Of niet. Dit had ook de quote uit het boek kunnen zijn, maar wanneer je het boek uit hebt, zul je de quote boven deze boekentip hopelijk ook beter vinden passen.

Bij het schrijven van deze boekentip heb ik getwijfeld of ik de transitie van de schrijver moest benoemen. Maar deze wetenschap heeft voor mij een groot verschil gemaakt in de lading van het boek. ‘Oever’ is geschreven zoals ik Ludwig Volbeda heb gezien; een zachte persoonlijkheid, een waanzinnig gevoel voor detail en een hoofd waarin ontzettend veel omgaat. Maar vooral een bijzonder mens, in de meest positieve zin van het woord. Zo ‘klein’ als de tekeningen zijn gemaakt en het verhaal geschreven is, zo fijntjes kwam hij ook over in zijn interviews en bij het signeren, waar hij voor iedereen een kleine tekening maakte. Piepklein, supergedetailleerd. Alsof het zo uit het boek ‘Oever’ kwam…

‘Oever’ is een boek voor iedereen van 12 tot 102, die iets voelt bij ‘queer’ zijn, of hier meer over wil weten. Voor kinderen die hun ouders iets willen vertellen. Of voor ouders die hun kind iets duidelijk willen maken. Of, zoals Ludwig Volbeda het zelf zei in Trouw (7 augustus 2024): ‘Mijn boek blijft niet bij de jongste lezer liggen, maar gaat ook naar de ouders, en omgekeerd.’
