“Ze zag tot haar ontsteltenis dat Tos de man achter het loket had vastgegrepen in zijn drift. De mensen in de rij achter hem probeerden hem van de ambtenaar los te rukken.
‘De ellendelingen!’ brieste Tos.
‘Ssst… stil maar papa,’ zei Otje en ze trok hem over de stoep naar de parkeerplaats.
‘Ze wisten weer van niets! Wéér geen papieren!” brulde Tos.”
In de buurt van Hollebroek, aan een groen weggetje midden in de bossen ligt een klein hotel, De Koperwiek. Op die maandagochtend in mei was het er doodstil. Er stonden geen auto’s, behalve het oude bestelwagentje van de kok, Tos. Tos heeft soms een ietwat driftig karakter, waardoor hij soms ook chaotisch kan zijn. Daardoor kon hij moeilijk werk vinden en raakt hij zijn papier vaak kwijt. Maar gelukkig is daar zijn geweldige dochter Otje. En Otje is bijzonder, want zij kan met muizen, vogels en andere dieren praten. Samen wonen zij op de zolder van het bijna failliete hotel.
In drie woorden
Humor, fantasierijk, rijke taal
In meer woorden
In dit boek maken we kennis met Otje. Een vrolijk meisje dat samen met haar vader, Tos, leeft. Tos is minder vrolijk en heeft soms last van driftbuien, zeker als het gaat om de verloren papieren. Gelukkig weet zijn dochter zijn woede met haar vriendelijkheid, begrip en geduld steeds weer te temperen. Daarnaast kan Otje met dieren praten. Dit helpt haar om vrienden te maken die haar door de slechte tijden heen helpen. De dieren hebben een belangrijke plek in het hart van Otje. Wanneer er Franse gasten langskomen die graag lijsters willen eten, vindt Otje het dan ook erg gemeen om deze vogels te eten. Maar gelukkig kan ze, samen met haar vader en de vogels, een goede oplossing bedenken.
Bovengenoemd avontuur is er één van vele die beschreven staan in dit boek. Wel loopt er een rode draad door het verhaal, waardoor het aan te raden is om te beginnen bij het eerste hoofdstuk. De hoofdstukken zijn kort, zo’n drie bladzijden, en lezen vlot. Het is grappig en op sommige momenten ook spannend, zodat je als lezer graag wil weten hoe het verhaal zal verlopen. Een belangrijke les in dit boek is dat kinderen leren buiten de hokjes te denken en dat je het heft (soms) in eigen handen kan en mag nemen.
De illustraties zijn zeer herkenbaar als de tekeningen van Fiep Westendorp, die we ook kennen van Jip en Janneke. Ze zijn kleurrijk en soms simpel, zonder teveel details. De afwisseling in grootte geeft een speels effect. De ene keer is de illustratie paginagroot en de andere keer staat het plaatje tussen de tekst.
Wist je dat Otje is verfilmd mét daarin leuke liedjes? Deze kun je nog terugkijken op de site van NPO. Psst… doe dit wel pas na het lezen van het boek!
Otje biedt garantie voor een fijn voorleesmoment. Voor iedereen vanaf 7 jaar.