‘Daar hebben we ons kermismeisje! Welkom terug, Sofie.’
Sofie is een kermiskind. Haar ouders hebben een reuzenrad en een oliebollenkraam, maar tijdens het kermisseizoen, van april tot november, woont Sofie bij haar opa. Opa woont in een piepklein huisje in het bos – een heerlijke plek. Het enige nadeel is dat de school in het dorp zo’n vervelende meester heeft. Dit jaar zit er een nieuwe jongen in de klas, Mo. Zijn ouders hebben de Super Donya, een piepkleine, stampvolle, superlekker ruikende winkel. Al snel zijn Sofie en Mo dikke vrienden.
Maar er is iets vreemds aan de hand met Opa. Gaat het wel goed met hem? En kan Sofie wel bij hem blijven? De meester heeft namelijk een zus die directrice is van Huize Avondrood. Zij begint zich overal mee te bemoeien… en dat gaat helemaal de verkeerde kant op.
In drie woorden
Warm, ontroerend, meeslepend
In meer woorden
In Takkenhoofd gaat Sofie tijdelijk bij haar opa wonen. Sofie is namelijk een kermiskind. Haar familie heeft een reuzenrad en een oliebollenkraam en tijdens het kermisseizoen – van april tot november – trekken haar ouders daar het hele land mee door en dan woont Sofie bij haar opa in een klein huisje in het bos. Sofie heeft een enorm goede band met haar opa. Ze geniet enorm van het feit dat ze een paar maanden per jaar bij haar opa en zijn hondje Whisky kan wonen, maar dit jaar is er iets raars aan de hand. Opa lijkt vergeten te zijn dat Sofie zou komen logeren. En dat niet alleen, hij is zo te zien ook al een hele tijd vergeten af te wassen, hij heeft al in tijden geen post opengemaakt en hij is vaak spullen – zoals zijn bril – kwijt. Sofie vindt het lastig: Moet ze haar ouders vertellen dat opa zo in de war is? Of moet ze het geheim houden? Sofie voelt zich enorm verantwoordelijk voor haar opa en wil er dan ook koste wat kost voor zorgen dat hij thuis kan blijven wonen. Opa wil onder geen beding naar het verzorgingshuis Huize Avondrood – of zoals opa het noemt Huize Alvast Dood. Hij zegt dat zijn vergeetachtigheid wel meevalt; er zit immers een heel leven in zijn hoofd, dus het is logisch dat er wel eens wat kwijt raakt.
Ondertussen gaat Sofie net als andere jaren van april tot november naar de school in het dorp waar haar opa woont. Daar ontmoet ze Mo, een nieuwe jongen in haar klas. Ze worden dikke vrienden. Ze spreken vaak af en de moeder van Mo helpt opa met het huishouden en het koken. Daardoor gaat lang nét goed, maar de vergeetachtigheid neemt toe en de incidenten worden ernstiger. De directrice van het verzorgingshuis begint zich er ook nog mee te bemoeien. Sofie komt klem te zitten door haar afspraak met opa om zijn geheim niet te verklappen. Ze is dol op haar opa, maar ze vindt het steeds lastiger om tegen iedereen te moeten liegen…..
Wat heeft Inge Besaris met Takkenhoofd een hartverwarmend en sterk verhaal over dementie neergezet. Het boek bestaat uit korte hoofdstukken, waardoor het verhaal erg vlot wegleest. Vanaf het begin leef je mee met Sofie. Je ziet haar worstelen wanneer ze ontdekt dat opa wel heel veel dingen vergeet. Ze vindt het erg lastig om een geheim te bewaren en dat wordt in het verhaal mooi beschreven. Het is een verhaal dat herkenbaar zal zijn voor kinderen die te maken hebben met grootouders met beginnende dementie. Ook andere thema’s als het leven van kermiskinderen, andere culturen en het bewaren van geheimen komen in dit boek aan bod.
De prachtige en sfeervolle illustraties van Irina Filcer laten het verhaal helemaal tot leven komen. De tekst en de illustraties vullen elkaar goed aan en zijn wisselend qua grootte.
Takkenhoofd is een warm verhaal dat het thema dementie begrijpelijk en bespreekbaar maakt voor kinderen vanaf een jaar of 10.