‘Ik gluur naar de studentes. De één heeft roze haar, de andere heel veel geblondeerde vlechtjes en een donkere huid. Op haar hoofd een diadeem met twee konijnenoortjes, wat eigenlijk best goed staat. Ik vraag me af of ik er op een dag ook zo uit durf te zien.’
Miki ontdekt op het dak van haar huis een oude vrouw. Het is Chris, die daar een tent heeft gebouwd en samen met haar hond Bux een geheim leven leidt. Miki woont nog niet zo lang in de stad, ze komt uit Dedemsvaart, daar hebben ze geen dames op daken. Ze moet er dus even aan wennen. Wat het allemaal niet makkelijker maakt, is dat de moeder van Miki op het punt staat op reis te gaan. Nóg meer verandering, en Miki vindt dat maar niks. Totdat ze ontdekt dat Chris haar nodig heeft. Dat is voor het eerst, Miki is nog nooit nodig geweest. Ze besluit het diepe in te duiken en samen met Chris en Bux op een boot te stappen. Een zeevrouw, een zeehond en een zeemeermeisje.
Jowi Schmitz schreef met ‘Zeemeermeisje’ een boek over een wereld waarin de dingen niet zwart-wit zijn, maar veelkleurig. Of ‘modderig’, zoals Miki het liever noemt. Een boek over het verleggen van verlangens en over het onder ogen zien van de modderigheid van het leven – en er nog blij van worden ook.
In drie woorden
Feelgood, onderhuids, Amsterdam
In meer woorden
De 11-jarige Miki woont met haar ouders in Dedemsvaart, ze runnen daar een bed&breakfeast. Het is best aanpoten om de zaak draaiende te houden, ze werken dan ook keihard. Maar binnen de relatie van haar ouders rommelt het een beetje. Moeder houdt van overzicht en structuur, terwijl haar vader juist van een wat lossere levensstijl houdt. Dit alles leidt ertoe dat moeder een hevig verlangen naar haar geboorteland niet meer weet te onderdrukken: ze wil op reis. Vader en Miki zijn dan min of meer op elkaar aangewezen, zij zullen de vakantie samen in Amsterdam doorbrengen. Vader voelt zich daar, op zijn oude stek, als een vis in het water en geniet met volle teugen van het stadsleven. Dat Miki zich een beetje eenzaam voelt ontgaat hem, al zijn z’n bedoelingen nog zo goed, hij pikt de subtiele signalen omtrent Miki’s gevoelens nauwelijks op.
Ondertussen sluit Miki vriendschap met Chris, een excentrieke oude dame die van het dak haar thuis heeft gemaakt. Deze vrouw is wars van regels en kampt met problemen die ogenschijnlijk ver af staan van Miki. Maar uiteindelijk blijken ze meer raakvlakken te hebben dan gedacht: de liefde speelt daarbij een grote rol. Ze bouwen een warme band op en stappen met hond Bux op een boot. Maar waarom gaan ze op reis en wat hopen ze bij aankomst eigenlijk te vinden?
Een prachtig verhaal waarin onderliggende gevoelens op knappe wijze tussen de regels door helder worden. Dat vind ik de grote kracht van het boek. Het is bovendien warm, herkenbaar en vlot geschreven. In een prettig lettertype. De schutbladen zijn zonnig geel en de cover oogt helder en fris. Er staan geen plaatjes in, elk hoofdstuk begint met een in het grijs gekleurde titel met daaronder de verdere tekst in het zwart.
Je waant je tijdens het lezen in Amsterdam, de stad waar alles kan en niemand ergens van op lijkt te kijken. Zelfs niet van het leven op een dak in plaats van eronder! Dat de provinciale Miki er wel van opkijkt is begrijpelijk. Als lezer is het niet moeilijk om in haar huid te kruipen. Het slot is zeer bevredigend.
Jowi Schmitz is er in geslaagd een schijnwereld met de echte te verstrengelen in dit kleurrijke verhaal. Een prachtig boek, geschikt voor lezers vanaf een jaar of 10/11 die net als Miki hun hart durven te volgen. Wat mij betreft ook voor 12 en 13 jarigen een fijn boek om te lezen.