
‘Ik heb er echt een bende van gemaakt. Ik schaam me rot. ‘En terecht,’ klinkt het vanuit de rugzak. Het is overduidelijk niet de stem van het zaadje…’
‘Ik heb er echt een bende van gemaakt. Ik schaam me rot. ‘En terecht,’ klinkt het vanuit de rugzak. Het is overduidelijk niet de stem van het zaadje…’
‘Afscheid nemen gebeurt vaak met woorden, tranen of geroep. Heel soms gebeurt het in stilte. Met begrip, dichtgeknepen kelen en gefluister. Voor afscheid neem je tijd, heeft ooit iemand gezegd.’ Lees verder
‘Eigenlijk heeft ze er nooit over nagedacht. Iedereen zegt het. Dus zij ook.’
‘Ik wil gewoon zijn wat ik wil zijn.
Geen foutje.
Wel een vlek.
Een pretvlek.’ Lees verder
‘Als iedereen zegt dat je vreemd bent, ga je je dan niet vanzelf vreemd gedragen? Hoe moet Eiki gewoon zijn als hij steeds hoort dat hij een beetje apart is?’ Lees verder
‘Over de zeeën zo diep en zo blauw,
dwars door de wind, de regen en kou,
vaar ik zo snel als mijn zeilen doorstaan,
terug naar mijn liefje, naar jou.’ Lees verder
‘Dottie zegt: ‘Atta mie dogtie.’ Lees verder
“Traag vlieg ik over de oranje daken. Geen salto’s. Niet langs de muren rennen of duikvluchten onder auto’s door maken. Dansende kleuren of glitterende spikkels zijn er dit keer ook niet bij. Gewoon saai. Weg bij Ties en de anderen. Over de bomen, tussen de hoge gebouwen door, net zolang tot ik bij de rivier aankom die de stad in tweeën deelt. Daar ga ik boven op de brug zitten.
Alleen.
Boos.
Weggestuurd.”.
‘Want iedereen die alleen is, verdient iets fijns.’
’25 Mei, kreunde ik. Kunnen we niet vóór 25 mei vertrekken?’