
“blijf je lang weg?
en wie past dan op je boom?’
uil schrikt.
aan zijn boom dacht hij niet.”

“blijf je lang weg?
en wie past dan op je boom?’
uil schrikt.
aan zijn boom dacht hij niet.”

‘Eerst was er een beek. En nu is er een meer. Het water stijgt en stijgt. Waar komt het vandaan?’

“Wat een raar feest wordt dat.
Niemand danst nog. Niemand eet taart.
Iedereen verdringt zich om Iek en zijn smartfoon.
Iedereen, behalve Uil. Uil zit buiten de kring te mokken.”.

Welk seizoen is jouw favoriet?

“Uil! WAT ben je aan het doen!” roept ze uit.
Uil kijkt op.
‘Goed he?’ zegt hij.
‘NIET goed!’ brult Haas boos.”.

Lees je mee met Vos en Haas?

‘Je ouders zijn je vader en je moeder. En je opa en je oma zijn je GROOTOUDERS.’ Lees verder

“Heeft iemand mijn zilveren taartschep gezien?” vraagt Uil.
Haas zoekt en Vos zoekt en Uil zoekt nog het meest.
Maar de taartschep is weg.
Verdwenen!”

‘Tijd voor taart!’

“O, Vos!” gilt Uil.
“Kijk wat je deed!
Nu is mijn noot stuk.
De noot voor Pluim!”.