“Toen ik zeven werd, kreeg ik van opa Vik een eend cadeau. Geen grote. Een klein, geel dotje. Het kwam net uit het ei.” Lees verder
‘De boom was zo groot als een wereld, en als je wat onvoorzichtig tussen de takken door dwaalde, dan was je zo verdwaald. Je kon er eindeloos turen naar vergezichten van honderd kleuren groen. Je kon er uren struinen over paden van bast, langs knoesten en nerven en plasjes van dauw.’ Lees verder
‘Mogen we nog één verhaal van opa David?’ vraagt Bram. ‘Die kan zo mooi vertellen.’
‘Welkom in Umbrador, Jinna!’
‘Drieëndertig fonkelnieuwe verhalen over Ari en Loek, beetje-zus en beetje-broer!’ Lees verder
‘Iets stuk? Robber maakt het! Fiksen maakt haar blij’.
‘Meer, meer, Pianobeer! schreeuwen ze.’
Maak een beetje vaart, pak ‘m bij zijn staart! Lees verder
‘Eén voor allen, allen voor één. The three musketeers to the rescue.’
“Een oorlog houdt niet op als hij beëindigd is.” Lees verder