
‘Ik ben de naamloze ridder! En ik zal elke ridder in het stof werpen die het waagt om zich met mij te meten.’
‘Ik ben de naamloze ridder! En ik zal elke ridder in het stof werpen die het waagt om zich met mij te meten.’
‘Postbode Ron, die elke dag komt, geeft Saar een brief, maar zo gek: die gromt!’
‘Hij was een beroemde uitvinder uit de mensenwereld.’
‘Zo werd ze het eerste meisje in Italie dat geneeskunde ging studeren.’
‘Waarom beginnen we geen geheime bibliotheek?’
‘Toen Coco een keer op een feestje was, zag ze dat andere vrouwen niet dansten. Hun korsetten zaten te strak.’
‘Een hond was niet gewoon iets op vier poten, met een staart, en tanden, o nee, het was zoveel meer.’ Lees verder
‘Maar als Nina de winkel binnenstapt, staat ze helemaal paf!’ Lees verder
‘Tessel denkt aan haar eigen rode jas. Nooit zou ze die in twee stukken snijden!’
‘Hij voelt zich niet langer welkom, en vlucht naar de gang. Die koude, donkere gang…’ Lees verder