‘Lees vreemde woorden achterstevoren, zo gaat hun boodschap niet verloren. Is het woord dan nog steeds een beetje raar? Een woordenboek Frans-Nederlands helpt wonderbaar!’
‘De meeste kinderen krijsen als ze baby zijn . Meester Haarbal zong opera’s in zijn wiegje’.
‘Dan zie ik je met kerst bij de met sterren gevulde bomen’.
‘Hoor je de vogels in het bos, Anna?’ vraagt papa. ‘Elke vogel zingt zijn eigen lied.’ Lees verder
“Kiki Konijn steekt haar snuit in de lucht. ‘Wat ruikt het hier lekker!’ snuift ze”
‘Haas verdeelt dekens en kussens, en het hol wordt supergezellig’.
‘ Levi struikelt steeds over de bal, alsof hij nog nooit heeft gevoetbald. En Omar heeft niets van blauw in zijn kleren. Wat raar, denkt Daan. Ze hebben toch mijn vriendjestest gevolgd?’
‘POEPERDEPOEP, Peppie!’ zegt juf. ‘Meedoen met de groep! Van welk dier komt dit hoopje poep?’
‘Ik help je met zoeken!’ zegt Eekhoorn. ‘Egel heeft trouwens 7000 stekels. Ik heb ze vorige week allemaal geteld.’
” ‘kijk’, juicht Lotje, ‘daar is de stoomboot!’ Sinterklaas staat vooraan op het dek.”