
‘Een mooie toekomst samen, na een heftig schooljaar voor de klas. Toen werd het 17 juli…’ Lees verder
‘Een mooie toekomst samen, na een heftig schooljaar voor de klas. Toen werd het 17 juli…’ Lees verder
‘En de weg…’
“…die houdt nooit op,’ zeg ik. ‘En wij ook niet,’ voeg ik eraan toe. ‘We blijven voor altijd in die auto doorrijden, we houden nooit meer op, onderweg naar… later.’
“Laat je mij weten wanneer je er klaar voor bent of wil je…’
‘Over vijftien dagen,’ zeg ik, zonder aarzelen.”
“Oliva kan niet slapen. Ze hoort papa en mama beneden over Epi praten. Ze zeggen dat hij er niet meer is. Waar is hij dan?” Lees verder
“Het is precies zijn hoofd. Net als op zijn laatste foto.” Lees verder
‘De ogen van Johannes glinsterden. Ik heb jullie gesprek gehoord. Je hebt een geest gezien. Dat is geweldig!’
“Ineens voel ik het. Heel langzaam kruipt het hittebeest langs mijn rug naar boven, nestelt zich in mijn hals, fluistert zachte woordjes in mijn oor. ‘Denk toch aan papa en mama, Pim. Dit kun je toch niet maken?'”
“Ik raak de papieren roos in mijn zak aan en denk aan wat hij zei .’Hij kan je een echte roos geven, ik kan je alleen eentje van papier geven.’ Kon ik hem maar vertellen dat de echte roos al verwelkt is.”
“Alles vroeg haar aandacht, maar in het atelier zag ze me. In het atelier bestond ik.”
‘En dat was het. Twee seconden maar. Een heel jongensleven weg, en alle andere levens voorgoed veranderd.’ Lees verder