
‘Boontjes woorden hadden Sami wakker geschud. Er bestond nog hoop dat ze het leven van hun vrienden konden redden!’

‘Boontjes woorden hadden Sami wakker geschud. Er bestond nog hoop dat ze het leven van hun vrienden konden redden!’

‘Wij zijn kinderen!’ roept ze.
Kinderen? Mensenkinderen? Dat kan niet! Mensenkinderen zijn reusachtig! Het gonst door de zaal
‘Hoe zijn jullie zo klein geworden?’ vraagt de koning.
‘We denken dat het door een steen kwam,’ antwoord Mirte.
‘Welke kleur had die steen?’
‘Blauw’

‘Hendrik Haan
uit Koog aan de Zaan
heeft de kraan open laten staan.
Uren, uren stond ie open.
Heel de keuken ondergelopen.’

‘Kijk ze daar loeren vanachter de struiken. Ze kunnen de heerlijke hapjes al ruiken.’

‘Geachte Buitenaardse wezens,
Aelin hier,
Aan mijn naam kunnen jullie zien dat ik ook een Alien ben. (Ik hoef jullie vast niet uit te leggen wat een anagram is.)
…….’
Lees verder

Aan de rand van het bos stond Circus Lala, met allerlei dieren die elke dag hard werkten aan hun voorstelling. Lees verder


‘Verdriet dat duurt, gaat wegen. Daarom wordt ze zwaarder.’ Lees verder

‘De postbesteller wist wat zijn komst teweeg kon brengen, Brieven brengen bijna altijd voorspoed of onheil. De wissewasjes van het leven verdienen nu eenmaal geen postzegel.’

” ‘Wat moet ik zien?’ vroeg papa. ‘Ik zie niets.’ De trein reed maar door.”