
‘Ik ken je nog maar net en ik miste je al daarboven!’ Lees verder
‘Ik ken je nog maar net en ik miste je al daarboven!’ Lees verder
Of de tafel nu een dier was,
dat deed er niet meer toe.
Ook niet of ze leek op een
banaan of op een koe. Lees verder
Ineens draait op de lichtbol zijn gezicht naar mij toe. “Tafeltennissen?” vraagt hij. Lees verder
‘Zoals een oude boom nooit zijn oorsprong vergeet, het kleine zaadje waaruit hij opgroeide, zo denk ik vaak terug aan het zaadje van compassie dat mijn moeder in mij gezaaid heeft’.
Liefde is vaak dichterbij dan je denkt!
Ogen helpen mij om schatten te vinden en behoeden mij voor gevaar. Lees verder
Maak kennis met een twaalftal filosofen. Lees verder
Poeh vond ‘picknick’ een prachtig woord, met zonneschijn erin, en eten natuurlijk, en het klonk huppelig en hinkelig. Lees verder
‘Homo homini Lupus, de mens is een wolf voor zijn medemens’