
Aan de rand van het bos stond Circus Lala, met allerlei dieren die elke dag hard werkten aan hun voorstelling. Lees verder
Aan de rand van het bos stond Circus Lala, met allerlei dieren die elke dag hard werkten aan hun voorstelling. Lees verder
‘Ik schreeuw, ik rook en ik pik
De schrik van Terschelling en omtrek ben ik
Een meeuw met karakter, een meeuw uit één stuk
en als ik op je kop schijt
dan brengt dat geluk’
” ‘Wat moet ik zien?’ vroeg papa. ‘Ik zie niets.’ De trein reed maar door.”
‘Op een dag bezocht Al Caponevis de winkel van Oester. Toen Oester even niet oplette, griste hij een euro weg uit een vitrine.’ Lees verder
‘Hé, wat krijgen we nou?
Waar is Steef?
Steef?
Steef?!
‘Ze speelden de hele middag samen, tot de zon onderging. En telkens hoorde je iemand roepen:
Nog een keer, nog een keer!’ Lees verder
‘Maar als Joes gordijnen ziet…
Ai, ai, Joes, doe toch niet.’
‘Elk jaar ga ik een keer bij alle kinderen thuis op bezoek,’ zegt de juf. ‘Jullie ouders kunnen invullen wanneer het uitkomt.’
‘Mila heeft ook magie in zich, een vonkje. Geen vonkje dat vuur maakt, maar een idee.’
“Met de doos gaan ze de trap af. ‘Oma, is dit ding van jou?’ ‘Ja, dat zijn mijn circusspullen. Foto’s kijken? Kom maar gauw!’ En dan ploffen Kim en Semmie op de bank.”