
” ‘Wat moet ik zien?’ vroeg papa. ‘Ik zie niets.’ De trein reed maar door.”
” ‘Wat moet ik zien?’ vroeg papa. ‘Ik zie niets.’ De trein reed maar door.”
Elk versje is een visje.
Het zwemt zomaar wat rond
in de grote diepe zee.
Tot je het vangt
en weer loslaat in je hoofd.
Dan zwemt het een eindje met je mee.
(Geert De Kockere) Lees verder
“Ik ben een professor, ik ben een groot man!
Echte fossielen, daar weet jij niks van.
Jij bent maar een kind dat wat speelt op het strand.
Van fraaie fossielen heb jij geen verstand!”
‘Fijne Eid, Rupsje Nooitgenoeg!’
‘Ik moet nog de vlier en de rozenstruik snoeien.
Als je wilt dansen, dans dan maar met de koeien.’
Fieke is een pienter kind.
Ze fikst en verzint
als iets’t niet meer doet
of als’t anders moet.
‘Vandaag opent het clubhuis
Voor het allereerst zijn deuren
Alle Blissies komen helpen
Om de villa op te fleuren’
‘Lisa wil graag kapster worden
Jan wil werken bij een krant
Peter wil bij de politie
maar ik word liever olifant’
Vliegenzwam
‘Tussen bladeren en mos
staat de koning van het bos.
Witte stippen, wonderschoon,
op zijn stralend rode kroon.’
“Met de doos gaan ze de trap af. ‘Oma, is dit ding van jou?’ ‘Ja, dat zijn mijn circusspullen. Foto’s kijken? Kom maar gauw!’ En dan ploffen Kim en Semmie op de bank.”