
‘De kunst van het schrijven van een haiku is om met weinig woorden veel te zeggen.’
‘De kunst van het schrijven van een haiku is om met weinig woorden veel te zeggen.’
‘Hoor je de vogels in het bos, Anna?’ vraagt papa. ‘Elke vogel zingt zijn eigen lied.’ Lees verder
‘Hé! Vogel! Waar is al het gras gebleven? En waarom is het zo wit en koud?’ Lees verder
‘Wist je dat Sinterklaas in de herfst komt (op 5 en 6 december)? En wist je dat als het bij ons zomer is, het aan de onderkant van de wereld (in Australië, Zuid-Amerika en Zuid-Afrika) winter is?’ Lees verder
‘HALLO! Ik ben Arthur, en ik ga op stap in de herfst.’
“De zomer is voorbij. ‘Brr! Wat is het FRISJES,’ zegt Bobbie.”
‘Met boortjes en met hamertjes en zaagjes
zetten Joep en Johannes ieder jaar
van beukennootjes, eikels en kastanjes
de allermooiste dingen in elkaar.’
‘Kijk wat een grote oranje bal!’ roept hij. ‘Dat is een pompoen,’ lacht papa.
‘De herfst is het seizoen van de vallende blaadjes en de koudere dagen. Er is dan veel te zien en te doen.’
‘Kolletje en Dirk harken alle bladeren bij elkaar en de composthoop ziet eruit als een heerlijk bed waar wel honderd egels in kunnen slapen.’