

‘Betere, bredere en vooral meer wegen zouden misschien goed zijn voor de Thulenen, maar ze kunnen een ramp betekenen voor de planten-en dierenwereld. We moeten nu eenmaal voorzichtig zijn met wat Moeder Aarde ons heeft geschonken.’

Ik zie, ik zie, wat jij niet ziet:
Ze lijken, maar ze zijn het niet
Ik snap het, ‘k heb het licht gezien, het blauwe licht gezien Lees verder

“Een boek is net een tent waarin jij in je eentje op vakantie bent.” Lees verder

‘En nu was het oorlog. De planeet aarde had de mensen de oorlog verklaard. Ze had ze alles gegeven wat een mens nodig heeft om te leven: adem, voedsel, water, vuur en schoonheid. Maar de mensen wilden meer.’ Lees verder

‘De ogen van meester Pauwel glanzen. ‘Maak je maar niet te druk,’ zegt hij. ‘Dat heeft geen zin. Er is altijd hoop. Als je dat maar onthoudt. Niemand weet hoe de toekomst eruitziet. Ook Algas niet. Hoe machtig ze ook mogen zijn.’ Lees verder

‘Denk je dat we hem weer tot leven kunnen wekken?’

‘De machthebbers kunnen alleen maar hun spel spelen omdat wij dat tolereren’.

‘Pinautomaten?’ vraag ik. ‘Om geld uit de muur te trekken,’ zegt Mo. ‘In de Bange Jaren gebruikten ze nog cash.’

“Als ik voor mijn raam uitkijk over de spierwitte torens van Surdus, denk ik altijd aan vluchten.”