
‘Krijn hoorde op de gang mensen praten. Zonder zich te bedenken legde hij de brief waar hij hem gevonden had en liep snel de deur uit.’ Lees verder
‘Krijn hoorde op de gang mensen praten. Zonder zich te bedenken legde hij de brief waar hij hem gevonden had en liep snel de deur uit.’ Lees verder
‘Hé Kelly? Kijk eens! Dit zat onder dat kastpapier.’ Lees verder
Mijn ogen vielen dicht. En toen vlogen ze open. Daar stond een Russische soldaat. Lees verder
‘Anne Franks vrienden en vriendinnen’ Lees verder
‘Een verhaal over groeien, met alles wat daar bij hoort: missen, zoeken, een thuis vinden.’ Lees verder
‘Nee mam, ik wil niet, ik kan niet en ik ga niet.’ Lees verder
‘Ik wil weten of er nog iets van het verleden over is. Van MIJN verleden.’
‘Kom je snel weer een boterham eten?’ Lees verder
‘We leven nu. Op dit moment. Dat is het enige wat telt.’ Lees verder
‘Maar ik wil weg hier. Dit schrift in mijn handen is een ladder. Het is een touw van aan elkaar geknoopte lakens, een luchtballon.’ Lees verder