
‘Ik heb een probleem. Ik pas er niet bij. Ik ben ofwel de lelijke stiefzus, of de schoen. En er zweeft geen goede fee in de hoek van de speelplaats, klaar om een platgetrapt vruchtensapbekertje, een verdwaalde voetbal en een half ontbijtkoekje om te toveren in een paar mensen die mij wel zien zitten.’